Een interview met een bijzondere maker van theater voor de allerkleinsten
Nieuwsgierigheid, verwondering en samen ontdekken met Efrem Stein!
Efrem Stein maakt inspirerend theater speciaal voor dreumesen, peuters en kleuters. Dit jaar alweer 10 jaar! Zijn behoefte om theater te laten ontstaan in het samenzijn met het publiek is inspirerend. Samen met het publiek vol verwondering naar de wereld kijken, op onderzoek gaan en dan aanwijzen wat daar bijzonder aan is. Zijn specialiteit ligt dan ook bij het contact maken. ‘Rokkerol’ is zijn vierde voorstelling bij Buro Bannink, dus het is tijd om Efrem weer eens flink uit te horen!
We spreken Efrem over zijn inspiratie, hoe hij te werk gaat, terugkerende thema’s en het effect van zijn voorstellingen hebben op kinderen en hun (groot) ouders. De voorstelling Rokkerol is te boeken voor seizoen 2024-2025, en staat 22 januari 2024 op de presentatiedag!
Ook schreef de Theaterkrant recent een hele mooie recensie over een andere voorstelling van Efrem: ‘Pakkepapier’! Lees hem hier!
“Efrem speelt al jaren veel voor baby’s, dreumesen en peuters. Zijn behoefte om theater te laten ontstaan in het samenzijn met het publiek is inspirerend en exact wat ik voor baby’s, dreumesen en peuters zocht! Efrem maakt kleine intieme voorstellingen, waarbij taal een minimale rol speelt en alles draait om interactie.”
Je hebt een bijzondere klik met de allerjongste theaterbezoekers. In ‘Pakkepapier’ weet je de humor van een kind van 1 jaar precies te vangen, wat werkelijk super knap is. Hoe doe je dat?
“Het begint met aansluiting vinden met de kinderen. Ik beweeg mij graag in de belevingswereld van de allerjongsten. Een wereld van verbeelding, logica en creativiteit. Alles met verwondering en nieuwsgierigheid bekijken en dat op speelse wijze delen met mijn publiek. Vooral bij dreumesen en peuters is dat ontzettend leuk. Zo’n geweldige doelgroep! ‘Rokkerol’ is speciaal voor hun.”
Dat sluit mooi aan bij de nieuwe trend onder theaterbezoekers. We zien dit jaar heel sterk een toenemende vraag naar voorstellingen voor de allerkleinsten.
“Een blijvende trend wat mij betreft. Ik verwacht dat er meer ruimte in het programma aanbod komt van theaters voor deze enthousiaste theaterbezoekers. Je kan niet jong genoeg in aanraking komen met theater. Ouders komen dan ook graag om samen met hun (klein)kind van theater te genieten.”
Hoe reageren ouders op je voorstellingen?
“Na de voorstelling komen ouders naar mij toe, met stralende ogen, omdat ze iets gezien hebben bij hun kind. Een verlegen kind dat bijvoorbeeld niet zo snel contact maakt zien ze helemaal loskomen, roepen en dansen. Daar word ik heel erg blij van.”
Je voorstellingen zijn heel interactief. Je hebt daar een heel eigen bijzondere manier in.
“Ik vertrouw sterk op de verbeeldingskracht. Ik geef de kinderen steeds een beetje informatie. Stap voor stap. Ik zeg het niet, ik beeld het uit. Soms ga ik pas verder met spelen totdat de kinderen vertellen wat ik moet doen. Hierdoor stimuleer ik de fantasie. Wat er dan gebeurt, is dat het bij de kinderen aan gaat. Ze raken nieuwsgierig, voelen zich betrokken, verantwoordelijk en dan komt de interactie, het echte contact. Samen.”
Het klinkt alsof je de kinderen een beetje uitdaagt!
“Dat klopt. Vanuit een veilige basis en met veel humor daag ik de kinderen uit. Op het creatieve en op het sociaal-emotionele vlak gebeurt er veel met ze. De kinderen reageren in beweging en met spel. Omdat ik weinig woorden gebruik geven de kinderen woorden, taal, aan dat wat ze zien. Mijn voorstellingen zijn daarom ook geschikt voor kinderen die de Nederlandse taal niet zo vaardig zijn.
Op een ontspannen manier bezig zijn met taalontwikkeling terwijl je geniet van theater!
Na elke voorstelling nodig ik de kinderen uit om bij mij te komen spelen op het podium. Dat wat ze gezien en ervaren hebben tijdens de voorstelling, kunnen ze dan helemaal los gooien in spel. De voorstelling plus het spelen na afloop zie ik als één grote theaterbeleving.'”
Als het zo interactief is, gebeurt er dan weleens iets onverwachts in een voorstelling? Nemen de kinderen het over?
“Kinderen die het podium op komen rennen? Ja dat gebeurt. Doordat ik veel ervaring heb met improvisatie zet ik dat in. Er is ruimte voor samenspel. Dat is het leuke aan spelen voor jonge kinderen. Het levert unieke en onverwachte momenten op. Kleine pareltjes, waar de volwassenen uit het publiek dan weer bij wegsmelten. In ‘Pakkepapier’ is er een moment dat ik mij verstop achter een groot stuk inpakpapier. Een kindje kwam naar me toe lopen en toen stonden we allebei verstopt achter het inpakpapier. Had ik opeens een medespeler. Dat is heel leuk.”
Waar kwam de inspiratie voor je nieuwe voorstelling ‘Rokkerol’ vandaan?
“Ik wilde al langer iets met een bal doen. In elke voorstelling werk ik met een voorwerp. Ik sta maar alleen op het podium, dus een relatie aan gaan met een rol inpakpapier in ‘Pakkepapier’ een rood touw in ‘Wirrewar’ en in ‘Rokkerol’ een grote bal, geeft veel mogelijkheden in spel. Mijn grootste inspiratie kwam van mijn zwangere schoonzus Marta. Haar ronde buik, haar huisje voor een nieuw leven. Rokkerol gaat over geborgenheid, over adem en over leven.”
En ook over rock ‘n roll?
“Rock ‘n roll is leven. En een bal rolt. Zo’n grote bal wil je vasthouden maar ook laten stuiteren. Een tegenstelling geeft een extra laag in het verhaal. Zoals in ‘Discodip’ er de dip is én disco.”
Van disco naar rock ‘n roll, in elke voorstelling een andere muziekstijl, een nieuwe lijn in je werk?
“Wie weet. ‘Discodip’ leeft op disco. Het nummer ‘Discodip’ heb ik gemaakt met Maarten Nauw. Het is een pakkend nummer en ik krijg vaak berichtjes van ouders waar ze toch het nummer kunnen vinden omdat hun kind het blijft zingen. Nou, ik heb goed nieuws, trom geroffel… Discodip staat vanaf 1 november op Spotify. Hier ben ik heel trots op.
In ‘Rokkerol’ gebruik ik ook wel andere muziekstijlen. De muziek wordt gemaakt door muzikant Jan D’Haene. Piano en trompet, heel passend. Een trompet kan zowel rustgevende klanken geven als eigenwijze klanken uitslaan. Dat noem ik nou rock ‘n roll.”
Zijn er terugkerende thema’s in je voorstellingen?
“Niet opgeven, vallen en opstaan, blijven proberen, fouten maken, onderzoeken, nieuwsgierig zijn. Plezier halen uit het alledaagse, iets eenvoudigs tot iets bijzonders maken.
In ‘Wirrewar’ leeft Meneertje binnen de lijntjes. Dat maakt hem niet gelukkig. De kinderen leren hem zijn fantasie te gebruiken en op avontuur te gaan. ‘Niet opgeven Meneertje’ roepen ze.
In ‘Discodip’ houdt Jip van rolschaatsen alleen kan hij het niet zo goed. Jip valt midden in een optreden. Jip is sip en discomuziek vrolijkt hem weer op.
Ik heb ook een vraag aan jou.”
Je hebt een vraag aan mij?
Ja en aan de lezer van dit interview. Wat doe jij als je sip bent? Hoe wordt jij weer vrolijk?